To colonize or not to Colonize 12-05-2013

IMG_0610IMG_0527IMG_0588IMG_0649IMG_0623IMG_0758

Thuis ver van huis  [12-05-2013]   –   [21-05-2013]

Indonesië is een land dat al vanaf het begin van onze reis op de planning stond. Na wat geplande vertraging zijn we toch op ons reisschema terecht gekomen. Zoals zoveel landen waar we naartoe gaan hebben we niks voorbereid en nog niet echt een idee waar, hoelang of wat we daar gaan doen. Deze manier van reizen is ons het beste bevallen in de negen maanden ervoor, dus waarom zouden we het nu anders gaan ondernemen. Plannen zorgt alleen maar voor stres en deadlines waar je later spijt van gaat krijgen. Het enige dat we weten is dat we vanuit Bali naar Australië gaan om te werken en dat over ongeveer drie maanden vanaf het schrijven van dit stuk.

Sebas heeft het grootste gedeelte van het blog gemaakt van laatste acht maanden en nu gaat Mike weer wat proberen te typen vanuit zijn hangmat over de Indische Oceaan in Pulau Weh, Sumatra.

We zijn Indonesië binnengekomen door met de boot de overtocht te maken vanaf Melaka (Maleisië) naar Domai (Indonesië). Maleisië is een ver ontwikkeld Aziatisch land waar snelwegen, kaarsrechte gebouwen en Engels sprekend percentage hoog is. Nadat we in Thailand voor het eerst zo’n shock hadden meegemaakt (Beijing telde niet echt mee) zijn we van steeds armere landen, naar verder verwesterede landen gereisd. Met als toppunt Singapore waar je een boete van 200 euro krijgt als je kauwgom “uit je mond vliegt”.

De vertrekhal in Maleisië zag er schoon, wit en vriendelijk uit. De mensen wensten iedereen een goede reis en die hadden we ook. Na twee uur in de boot kwamen we aan in Domai, waar halfgezonken olietankers het water zwart kleurden en geen vis meer te zien was. We stroomden mee met de lokale bevolking naar de Douane. Hier werden we gelijk met twee andere blanken direct geholpen in plaats van wachten in de rij. Dit bleek echter niet een liefdadigheid te zijn zodra we in een klein muf hokje gezet werden en een man met meer glimmende Badges op zijn borst dan haren op zijn hoofd ons begon te ondervragen. Hij ging ons hele paspoort door en vroeg waar en wanneer we overal geweest waren. Thailand, Maleisië, Thailand, Maleisië en dan naar Indonesië zag er te verdacht uit. Nadat we onze hele reis hadden uitgelegd vroeg hij ons of we iets hadden om aan te geven. Ik zei dat ik een pakje sigaretten had en die ging hij eens goed bestuderen. De randjes waren afgescheurd om tipjes te maken voor pretsigaretten, maar we waren natuurlijk niet zo stom om iets mee te nemen. Na nog wat “koude maag” momenten die je maar eens persoonlijk moet vragen, mochten we eindelijk door. We kregen nog een mooie stempel met “Drug possession is punishable by death penalty” in ons paspoort en de toon was gezet.

Doordat we gelijk wat hadden om over te praten met onze nieuwe Franse vrienden besloten we met hun te reizen naar de eerste bestemming in Sumatra. Het zou Bukittinggi worden dat zo’n zestien uur rijden met de bus was. Na negen maanden reizen hadden we al behoorlijk wat bussen gehad en dit zou dan gewoon een iets langere rit worden. Het vinden van de bus kostte wat meer moeite, maar hij ging gelukkig wel eerder dan verwacht. Het was een oude bus, zonder airco, mini bankjes en overal rokende mensen om ons heen. De eerste uren gingen wat langzamer doordat mensen werden opgepikt en toen het donker begon te worden was de bus toch echt wel vol. Een gevulde bus betekend hier helaas wat anders en na tien andere stops werden we gedwongen naast elkaar te zitten op een bank net groot genoeg voor twee Aziatische billenparen.

De weg bestond uit vijftig meter optrekasfalt en dan tien meter om te remmen voor de gatenkaas die hier snelweg genoemd werd. Hele stukken waren weggeslagen waardoor we soms ineens een halve meter naar beneden knalden en dan weer terug omhoog. De kinderen langs de weg hadden als bijbaantje de vrachtwagens te vertellen hoe ze het beste langs de ergste stukken konden rijden. De vijf schreeuwende kinderen vertelde de buschauffeur met zaklantaarns langs de kant van de weg hoe andere trucks het hadden gedaan en kregen dan als het gelukt was een fooi. De dorpsgek zat ook nog achterin de bus in zijn slaap te schreeuwen en de pret van reizen was even verdwenen.

Zonder te slapen kwamen we aan bij zonsopgang in Bukittinggi ergens aan de rand van de stad. Mike die nog steeds aan de race zat vanwege een griep, zwoor gelijk nooit meer een bus te pakken in dit land. De moskeeën waren volop bezig met hun ochtendgebed, maar het was er niet eentje die vond dat hij de beste plek was om samen te komen bidden. Op elke hoek stond een speaker op volume 11 en het leek net of je naar tien telefoon gesprekken op speakerphone aan het luisteren was. Dit beschouwden we dan maar als gebruikelijk en vonden ons guesthouse na een uur wandelen over de lege straten.

Het hostel waar we naar zochten had een Duitse eigenaar met een Indonesische vrouw en een klein zoontje dat Indonesisch, Duits, Engels en het lokale taaltje sprak. Die dag ontmoette we een oudere vrouw die in de dierentuin werkte met een klein gibbon aapje met luier. Zij nodigde ons uit voor een avondmaaltijd en om Bukittinggi te laten zien. Die avond hebben we de meest lekkere vorm van steak gevonden die er bestaat. Randang; een twee dagen gestoofd stuk biefstuk dat heerlijk gekruid en mals is. Mimi, onze Indonesische moeder zoals ze zichzelf benoemd had stelde ons voor aan Len. Zij was een guide met een Nederlandse liefde en met haar hebben we heel Bukittinggi ontdekt.

Doordat we in Vietnam het motor rijden uitgevonden hadden waren we aan het grappen over een Indonesisch race avontuur. We vroegen wat rond en al snel bleken we overal motoren te kunnen kopen.  Ze waren prijziger dan in Vietnam, maar dan stonden we wel voor een echt monster. Na op vijf verschillende adressen gekeken te hebben kwamen we via een vriend die we op straat ontmoet hadden bij een mechanic die er een te koop aanbood. We stonden te wachten totdat de eigenaar er mee aan kwam rijden en waren gelijk verliefd. Het was een Honda Tiger 2000, 200cc uit 1996. Het geronk van de motor klonk beter dan de motor van Batman. Nu was alleen de vraag wie hem ging krijgen en al snel kwam steen-papier-schaar te woorden. Totdat de man zei dat er nog eentje aankwam, deze was alleen iets duurder. Het bleek de sportversie te zijn. Met de vlinders in de buik  besloten we dat dit het zou worden. Alleen moesten we nog even een rijbewijs regelen. Mike had alleen een Nederlands auto rijbewijs en Sebas was helaas één dag voor het vertrek van de reis gezakt voor zijn praktijk dus had helemaal geen papieren. Bij het politie bureau gevraagd of we er eentje konden kopen, maar deze zeiden dat we er geen nodig hadden zolang we maar een helm en papieren van de motor hadden. Als het hoofd van de politie dat zegt, zal het wel zo zijn.

De motoren kostte 8,5miljoen Rupiah (700Euro) en 13miljoen Rupiah (1050 Euro), dus dat betekende vier dagen maximaal pinnen. De ATM’s gaven maar 5 miljoen per dag uit en doordat Sebas zijn pas al 3 maanden niet meer werkt moest Mike vier dagen terugkomen. De stapel geld was hoger dan de tafel doordat de biljetten uit de ATM maximaal vier Euro (50.000Rupiah) waard waren.

Nu we motoren hadden konden we overal makkelijk naartoe en daar hebben we goed gebruik van gemaakt. Met Len zijn we naar Echo Valley gegaan met zeven watervallen van een 100+ meter waterdrop. Via de fourtyeight corners zijn we omhoog gereden om een legendarisch uitzicht over Lake Maninjo te vinden. Nadat Sebas had ondervonden dat het niet verstandig is om in de buitenbocht een truck in te halen en bijna te crashen besloten we die week te beginnen met de 7000km lange trip door Indonesië. Met de Duitse eigenaar van Raja Wali Guest House hebben we de kaarten bekeken en de beste bergpassen door Sumatra en Java uitgekozen. Hij had een zelfgemaakte kaart van Sumatra op de computer en vertelde ons dat dit de eerste GPS kaart van het eiland was. Vijftien jaar werk en dan stonden de meeste van de 10.000 rivieren er helemaal zelfgetekend in. We vertelden hem maar niet over Googlemaps, want de beste man had er zoveel werk aan gehad.

Voordat we vertrokken werden we echter uitgenodigd om bij twee bruiloften te kijken. De eerste bruiloft was een traditionele Moslim bruiloft waar we de beste hapjes voorgeschoteld kregen inclusief Randang. De trouwdag was ook de enige officiële mogelijkheid om de bruidssuite in het huis te bekijken waar ze die avond “voor het eerst” zichzelf aan elkaar zouden geven. Een bruiloft bestaat uit drie dagen feesten. De eerste voor de familie van de man, daarna die van de vrouw en als laatste het hele dorp. Van elf tot vier kan iedereen binnenlopen voor een stevige lunch en gaat na een uur weer weg. De bruid en bruidegom zitten de hele dag in de mooiste kleren op een troon en iedereen loopt langs om ze te feliciteren en een kleine donatie te geven. De tweede bruiloft was in het duurste hotel in het centrum van de stad. Dit was zijn tweede huwelijk en het moest eigenlijk alleen een show worden om te laten zien hoeveel geld hij had. Doordat er niet zoveel blanken door Sumatra reisden wilde iedereen met ons op de foto, dus er waren twee plekken waar foto’s werden geschoten. Het bruidspaar en dan stonden wij tien meter verderop met zes anderen onze eeuwige Indonesische glimlach te vereeuwigen.

De avond voor vertrek hebben onze vriendinnen ons nog uitgenodigd voor een avond karaoke. Na negen maanden Azië werd dit de eerste keer. Stom dronken voor de hele kroeg je hart uitlaten en uitgelachen te worden door je vrienden is hierbij niet gebruikelijk. Een karaoke bar bestaat uit tien geluidsdichte hokjes met tv en geluidsinstallatie waar je met vrienden privé kan zitten. Na twee uur zweten en ons best doen sloten we af met Ottis Redding: Sitting on the dock of the bay. Het eerste nummer dat op de CD stond van het huis in Amsterdam waar ik elke dag al douchend wakker mee werd.

De rit naar het noorden

Na een week Bukittinggi zijn we begonnen aan de tweedaagse rit naar Lake Toba. We vertrokken vroeg en al gauw was ik Sebas kwijt op de slingerwegen door de vallei. Zodra je elkaar kwijt bent op deze wegen kan er van alles gebeurd zijn. In het ravijn gedonderd, van de weg gedrukt, onderuit door grind op de weg of gewoon motorpech. Na vijf minuten terugrijden stond hij langs de weg zijn trui aan te trekken. Hij had een hele tijd achter me aan gereden met het stopsignaal (vuist in de lucht) omdat hij het koud had. Mijn backpack blokkeerde de spiegels, dus spraken we af dat als ik in de bocht zat hij moest communiceren aangezien ik het dan wel kon zien.

De eerste dag reden we al over de evenaar heen. We waren net ergens gestopt voor de lunch toen we honderd meter verderop het bord zagen met  “equator”. We hadden iets meer verwacht van de grote rode lijn over het midden van de aardbol, maar meer dan een verroeste brug en een bordje was het niet. Het rijden ging soepel en al vlot kwamen we er achter dat we de snelste op de weg waren. In Vietnam werden we weleens ingehaald door denderende vrachtwagens, maar hier kon zelfs de beste sportwagen ons niet bijhouden. De wegen hadden nog steeds veel gaten, maar deze waren goed te ontwijken met twee wielen. Koeien, kippen, honden en geiten waren iets lastiger en moest echt voor geremd worden. We kwamen aan in een stad die niet in de gids stond en vonden het enige hotel. De riolering liep over straat en op de markt werden de kippen geplukt naast de koeienkoppen. We ontmoette de enige Engels sprekende in de stad en mochten in zijn restaurant de lekkerste hap en shake uitkiezen voor gratis ( Indonesisch).

De tweede dag namen we één van de bergpassen die ons aangeraden was. Deze bleek in iets slechtere staat dan tien jaar ervoor en na honderd keer optrekken en afremmen kwamen we aan het einde. De gaten in de weg en grindpaden waren een kleinere last door alle zwaaiende kinderen in de dorpen. Groepen van honderd naar school lopende kinderen begroette ons in de kleine dorpen en we voelden ons de hele rit het Nederlands elftal door de grachten van Amsterdam. Het eerste stopteken van de politie liep ook anders dan verwacht en we kwamen er vanaf door een foto met de agent te nemen.

Met bijna twee dagen zonden brakedown vond Sebas’ motor het wel genoeg. Zijn ketting brak en we moesten op zoek naar een “monteur” (Indonesische taal). Gelukkig zijn deze nooit ver weg en deze keer kwam hij zelfs al aanlopen. Hier hebben we twee uur moeten wachten voor een reparatie van 10 minuten. De monteur moest naar het stadje verderop om een clipje te halen voor op de ketting. Met Sebas achterop zijn ze nog langs vrienden en familie gegaan om hen ook de blanke te laten zien. Drie koppen koffie later zat Mike nog steeds te wachten in de brandende zon. Hij had gelukkig een gitaar om tijd te doden en locals te vermaken met wat Nederlandse cultuur.

Door het oponthoud waren we bang dat we de ferry van vier uur niet meer zouden halen. Door onze rechter hand wat verder te buigen hoopten we de boot wel te redden. Aangekomen bleek dat deze niet meer twee keer per dag vertrok, zoals de gids van vijf jaar oud vertelde, maar gewoon elk uur tot zeven. De pont was echter een gewone boot zonder laadklep, dus we waren wel benieuwd hoe de motor er opgehesen werd. Een lange smalle lat waar de honderd kilo opgeduwd werd bleek geschikt. De man aan boord had genoeg ervaring en draaide de motor ook nog op de standaard rond zodat hij er makkelijk afgereden kon worden aan de overkant. We voeren twee uur over een prachtig meer met gigantische bergwanden eromheen. Lake Toba is zo’n 150 kilometer lang en op sommige plaatsen meer dan een kilometer diep. Het is ontstaan door een gigantische uitbarsting van een vulkaan die de hele regio deed schudden en de helft van Sumatra onder een meters dikke aslaag heeft bedekt. Hier was echter niks van te merken en op de boot raakten we al snel aan de praat met slaapplek eigenaren die ons van alles aanboden. Paddo’s en marihuana waren de topics die meteen naar voren kwamen. We vroegen ons af waarom ze nou precies ons daarover moesten inlichten….

Back in Malaysia 18-04-2013

 

aaaa DCIM100GOPRO IMG_0180 IMG_0239 IMG_0280 IMG_0348

Nederlandse vrienden   [18-04-2013]   –   [12-05-2013]

 

Toen de bus stopte in KL was het al erg laat of misschien moet ik zeggen het was nog veel te vroeg. We zouden namelijk om 5 uur ‘s morgens aankomen en dan kunnen we mooi voor de volgende dag inchecken bij Oasis. Maar nu kwamen we al om drie uur aan en werd ons plan gedwarsboomt. Maar omdat we al zo met het idee in ons hoofd zaten hebben we een andere en nog goedkopere oplossing gevonden. Mike had namelijk nog wel even zin in om acht uurtjes diablo te spelen en Sebas had honger en is daarna even voor een nacht wandeling gegaan. Wat een hoop zwervers liggen hier ‘s nachs op de grond, soms zelfs met zijn tienen bij elkaar. Zij zouden het op onze manier moeten doen, wij deelde namelijk een één persoonsbed om goedkoper uit te komen en gewoon omdat het kan. In de uurtjes wanneer Mike monsters aan het slachten was, was Sebas gaan slapen en wanneer Mike dan terug kwam ging Sebas rustig ontbijten en een film kijken in de woonkamer van Oasis. Op deze manier sliepen we voor 2 euro per persoon en hadden we beiden een gratis ontbijt. Zo werd dit één van onze goedkoopste verblijf plaatsen en konden we in deze grote stad mooi een aantal dingetjes regelen.

Sebas zit al een paar maanden met geld problemen, niet omdat zijn geld totaal op is en zelfs daarna kan hij nog altijd lenen. Maar zijn pin pas is om één of andere stomme reden geblokkeerd en het kostte hem al een maand om die nieuwe pas bij zijn ouders te krijgen. Het plan is om die pas naar Bali te sturen en dat Sebas hem dan daar ophaald. Tot die tijd leent Sebas geld bij Mike en maakt hij het geld dan over via internet bankieren. Maar zelfs het internetbankieren werd geblokkeerd. Om hem te deblokeren moest hij naar de Nederlandse ambassade in KL waar hij moest bewijzen dat hij echt in Maleisië zat. Toen dat allemaal opgelost was kon hij als het ware weer gebruik maken van internet bankieren maar net toen hij bericht kreeg uit Nederland dat alles geregeld was werd zijn mobiel gestolen waardoor hij zijn tan konden niet meer kan ontvangen. Nu is het wachten op de pinpas of misschien dat het kan met een nieuwe Indonesische sim kaart in een nieuw mobieltje.

Even een ode van mij aan de meneer van de Nederlandse ambassade omdat hij zo aardig en behulpzaam was. Ik had de dag ervoor al opgezocht wanneer de ambassade dicht zou gaan maar vergiste mij vervolgens in de afstand die ik moest afleggenen in de tijd die ik daar voor nodig had. Precies om twee uur (op sluitings tijd) kwam ik aangerend bij de Ambassade. De ambassadeur deed net de deur op slot en hij vertelde mij dat ze zelfs al twee uur dicht waren voor klanten. Maar nadat ik mijn hele verhaal had gedaan over hoe hard ik het nodig had en hoe ik naar de ambassade was gerent maakte hij een uitzondering. De deur weer open en ik mocht plaats nemen in de wacht ruimte, na 5 minuten was alles weer opgestart en zij de ambassadeur: “volgende klant graag”. Ik kon het heel erg waarderen dat hij dit allemaal voor mij deed en wou het hem zo makkelijk mogelijk maken. Maar toen hij mij aan het einde de prijs vertelde schrok ik, ik dacht dat het gratis was en rekende zeker niet op 104 RM (36 euro). “Meer dan 75 RM heb ik niet meneer” zei ik en ik legde mijn geld op de bali. Ik probeerde nog met euro’s of dollars bij te betalen maar dat kon niet, ik zat met de handen in mijn haar toen de ambassadeur ineens met een oplossing kwam. Hij schoof mijn 30 RM toe onder de toonbank en zij “nu heb je wel genoeg”. Ik kon hem wel in de armen vliegen maar er zat een raam tussen dus bleef het bij een goed dankwoord. Nu dit geregeld was kon de ambassadeur ook eindelijk naar huis en wachtte ik nog even op hem tot dat hij alle lichten weer uit had gedaan. Hij bleek ook uit Amsterdam te komen maar woonde nu al 6 jaar in KL, nog even een goede handdruk en we gingen beide weer onze eigen kant op. Maar wat een held, hij heeft mijn dag en al mijn financiele zaken gered, dank u wel meneer de ambassadeur.

De familie van Baarsen en de familie Altelaar zijn al jaren in goed contact met elkaar. Nu wordt er zelfs aan de andere kant van de wereld afgesproken. Daisy (dochter van de familie Altelaar) is al jaren aan het reizen, werken en aan het studeren in het buitenland en Sebas was met zijn 7 maanden voor haar eigenlijk pas net begonnen. Maar zij deelde dezelfde gevoelens en hadden inmiddels de zelfde ideeën over reizen bleek toen zij elkaar tegen kwamen in KL. Daisy was maar één dag in KL toen Sebas er net weer voor een klein weekje zat. Afgesproken bij de Reagae Masion en na allebei te laat aangekomen te zijn konden we gaan eten bij een Indisch restaurant. Het was erg leuk om iemand van je jeugd in Amsterdam te spreken en hebben het ook veel over reizen gehad. Nog even een fototje gemaakt bij de KLCC touwers en daar in het park gezeten om vervolgens na een lange avond allebei weer onze eigen kant op te gaan.

 

Terug bij af

 

Er waren nog een paar dagen over in onze paspoorts voordat we in Indonesië moesten zijn dus zouden we even dag zeggen in Bamboovillage. Omdat de tijd daar zo snel gaat werd dat even dag zeggen al gauw een goede twee weken chillen. Het voelde goed om terug te komen, Ramadan was blij met ons ook omdat we weer twee frisse werkers meegenomen hadden. Maar het leukste was nog om onze vrienden weer te zien. Sarb, Shaam, Steve, Nico, Heres en de Egyptenaren ze waren er allemaal weer. Maar daar bleef het niet bij, in Langkawi had Sebas met Reika in Bamboovillage afgesproken en zij had daar al mooi een tweepersoons kamer gereserveerd.

Het was weekend toen wij aankwamen en het was gezellig druk, er werd ook heel wat werk verricht. In één dag hadden we alle dakpannen van het huis gehaald en netjes opgeborgen. Maar na het weekend bleven er nog maar 8 over.Veel werk gebeurde er niet meer, Sharp en Mar hadden andere dingen te doen, Shaam kookt alleen maar, Steve werkt sowieso niet, Mike kon niet lopen door een wond aan zijn voet en Sebas had zijn handen al vol met Reika. Dominique (Nederlandse jongen die al vijf jaar weg was van huis) was de enige die echt wou werken maar na drie dagen gaf ook hij al op. Meer omdat het weer niet echt mee wou werkten. Zo rond een uurtje of één kwam iedereen zijn bed uit en als je dan rond drie uur eindelijk klaar bent om te beginnen begon het ineens heel hard te waaien. Dit voorspeld een tropische regenstorm, dus word je mooi gewaarschuwd, alle was naar binnen en helaas geen mogelijkheid tot werken meer die dag. Op één dag zaten we echt midden in het epicentrum van de storm en dat was net de dag van de verkiezingen. Omdat de goede partij gewonnen had (nu gaat er een weg aangelegd worden naar Bamboovillage) zouden wij het vieren met een heerlijke BBQ. Een aantal vrienden uitgenodigd en heel veel vlees ingeslagen, maar net toen we de BBQ aan hadden begon het weer te waaien. Toch zijn we doorgegaan en met een dakje boven het vuur en twee Maleisische meisjes die als gast heel goed geholpen hebben, hadden we toch een lekkere BBQ.

De storm was zelfs zo erg dat de stroom uitviel waardoor we in het donker moesten bakken, omdat dat best moeilijk was probeerde Sebas de stroom weer aan te krijgen. Normaal gesproken is dat geen probleem even een knopje om zetten en het hij doet het weer, maar dit keer ging het mis. Op blote voeten door de regen naar de stoppenkast en dan de knop omzetten, maar de stroom viel meteen weer uit. Dus besloot Sebas de knop even twee seconden vast te houden. Juist in die twee seconde werd het huis getroffen door bliksem, de straal ging zo door alle elektriciteit draden en iedereen die iets met elektriciteit aanraakte voelde een schok. Sebas had zelfs de stoppenkast vast en kreeg er behoorlijk van langs, één felle schok die in één keer door mijn hele lichaam heen ging. Het was maar heel kort maar ik sprong in de lucht en schreeuwde het uit. Toen Sebas terug kwam bij de groep wilde hij zijn verhaal vertellen, maar daar bleek Reika ook door de zelfde bliksem straal geraakt te zijn. Voor haar was het iets te veel en ze lag voor pampus op de grond en Sebas was de aangewezen persoon om haar te helpen. Gelukkig was ze weer bij bewustzijn en had ze gewoon even heel veel aandacht nodig. Dus heb ik haar van de grond af gehaald, afgedroogd en ben ik binnen met haar gaan zitten. Daar kon ik eindelijk vertellen dat we door de zelfde bliksem straal geraakt zijn en zo werd het uiteindelijk een mooi verhaal.

De organisatie in Bamboovillage was bij afwezigheid van ons in de afgelopen anderhalve maand een beetje verandert. Er was geen gezamenlijke eetpot meer en iedereen ging voor zichzelf naar de lokale supermarktjes. In plaats van drie warme maaltijden per dag was er nu gewoon helemaal niks eetbaars meer over als je ‘s morgens vroeg opstond. Daarom hebben we de foodpot weer gedeeltelijk op de rails gezet en kon Shaam weer voor ons koken, maar het was nog niet hetzelfde. Met 8 man krijg je nou eenmaal niet zo veel geld bij elkaar als met 30, het werd dus gewoon ‘s ochtends brood en één grote maaltijd die je dan zelf mocht opwarmen wanneer je honger had. Maar dit was niet het enige wat verandert was.

De bong was ook niet meer gedoogt. Ramadan wou hem niet meer zien en als hij hem zal zien zal hij hem weggooien. Deze uitspraak hadden wij niet gehoord omdat hij een week voor onze wederopkomst uitgesproken werd. Na gebruik hadden wij de bong daarom netjes op de verstopplek opgeborgen, net als vanouds. Deze plek is echter te zien als je in de keuken zit en daar zit ramadan ook wel eens. Op een dag zat hij daar met een aantal vrienden van hem wanneer hij ineens in zijn ooghoek de bong zag staan. Een beetje geirriteerd door de vertraging die hij opgelopen had in de afgelopen maand pakte hij de bong, brak hem in twee stukken en wierp hem ver in de jungle. We hebben hem nog proberen te zoeken maar het was tevergeefs, het is een echte junglebong geworden.

Zonder deze bong moest er naar andere oplossingen gezocht worden om van onze wiet af te komen. Eerst werden ineens een stuk meer jointjes gedraaid en Sebas is daar erg goed in geworden, maar het draaien van een echte Bamboo joint was nog te moeilijk. Voor de lokale manier van roken heb je helemaal geen vloei en tip nodig het enige wat zij gebruiken zijn gedroogde Bamboo bladeren. Eerst moet je de wiet en de tabaco goed mixen en in hele kleine stukjes knippen om daar vervolgens weer één geheel van te maken door middel van kneden. Zij maakte er als het waren een lange dikke worm van en legde die op hun al geprepareerde Bamboo blad neer. Dichtrollen en nog even aanduwen en dan was hij klaar voor gebruik. Maar de mooiste manier van roken die we daar gezien hebben was met de kokosnootbong die we ook zelf gemaakt hadden. Het was een kokosnoot die aan de bovenkant opengesneden was waardoor de helft van de melk er uit gelaten kon worden. Dan stak je er een speciaal soort takje in die van binnen helemaal hol was en op de top was een mooie ruimte om je wiet op te branden. Als je de wiet dan aan het branden was zoog je de THC zo door het takje door de kokosnootmelk via de top van de kokosnoot in je longen. Deze kwam best hard aan en toen er drie gasten waren die dit ook wel een keer wilden uitproberen speelde Sebas als een soort Jungle man. Hij prepareerde alle bong hits en gaf ze netjes door in een rondje, het was leuk om Jungle man te spelen maar na twee rondjes was de wiet op en was Sebas stoned.

Weer genoeg over al die wiet praatjes van ons, Bamboovillage was ook een prima plek voor Yoga. In de eerste ander halve maand had Greg al een keer een Yoga les gegeven maar in deze twee weken was Sebas de meest ervaren Yoga leraar die aanwezig was. Hij had tenslotte al vier keer Yoga gedaan op Langkawi en vond het ook leuk om te doen. Dus had hij een Yoga les opgezet voor een groepje van vier en deed gewoon alle oefeningen die hij wist. Het was een succes en mocht herhaalt worden, gewoon lekker een uurtje relaxte oefeningen doen daar word je heerlijk rustig van. Als ik terug in Nederland ben wil ik ook graag Yoga lessen gaan geven op mijn middelbare school maar dat bewaar ik voor als ik later groot ben.

Geoff en Nabila, waardoor we in aanraking kwamen met het acteerwerk in KL, runnen samen een uitzendbureau voor artiesten. Wanneer er blanke mensen ergens voor nodig zijn, zoeken zij die dan altijd in Bamboovillage. Zo hadden we al geacteerd als VOC soldaten en hebben ze ook een groot project voor een documentaire. Er was een vaag festival waar wij voor uitgenodigd waren. De enige informatie die wij kregen was dat het een cultureel festival was en dat ze daar een aantal blanke mensen wilden hebben rond lopen zodat het wat meer internationaal lijkt. We zouden gratis eten krijgen en het zal een paar uurtjes van je dag kosten. Wij vol goede moed maar een beetje onwetend naar dat festival, blijkt het een selectie dag te zijn voor de eerste wereld kampioenschappen voor straat artiesten. Helaas waren we een beetje te laat maar we hebben nog genoeg trommel geweld en mooie dansen kunnen zien. Het ergste was nog dat we na 15 minuten binnen en nog steeds erg onwetend, alla publiek geïnterviewd werden en de camera’s. Mike en ik wisten niet zo goed wat we moesten zeggen, maar we wisten ons nog wel te redden. Geoff, die wel wist waar het festival voor was, stal de show. Ook omdat hij Maleisië ’s kan spreken en een leuk grapje vertelde waar mijn sinaasappel op Koninginnedag verhaal en Mike zijn Amsterdamse straat artiesten verhaal bij in het niks vielen.

Over Koninginnedag gesproken, wij zaten in Bamboovillage toen Beatrixs het stokje over gaf aan Koning Willem Alexander de derde. Sebas had iedereen wijsgemaakt dat heel Nederland dan met een knal oranje sinaasappel rondliep om die dan aan het einde van de dag aan iemand te geven die dierbaar voor je is. Verder hebben we er een mooie dag van gemaakt en hebben we het in het oranje op de Bamboovillage manier gevierd. Dat geldt ook voor het kampioenschap van de beste club ter wereld. Zij werden dit jaar ondanks onze afwezigheid gewoon weer kampioen van Nederland. Eigenlijk overal in Zuid-Oost Azië  kun je op internet waardoor je nog makkelijk het sport nieuws kan volgen. Maar omdat het internet vaak niet zo snel is kun je moeilijk samenvattingen downloaden. Daarom stuurde Joost (broertje van Sebas) zo af en toe een goed en uitgebreid voetbalverslag over hoe er eigenlijk gespeeld word. Want aan alleen statistieken heb je toch niet genoeg om echt te weten wie nou de beste club is en wie er wel of niet goed speelt. Maar aan het einde van het seizoen is het toch weer Ajax met de beste cijfers en het beste spel en dat kon ook weer goed gevierd worden.

We hebben weer een paar goede avonden bij jungle man gehad, zo hadden we de verjaardag van Mar, de reuze joint van Sarp, maar één was helemaal bijzonder. Deze avond kwamen Mike en Sebas met zijn tweeën op visite bij jungle man. Het was voor Mike weer de eerste keer in twee maanden en hij was ook net ziek geweest. Toen we bij jungle man aankwamen zat hij daar met twee andere vrienden waarvan er één al aan het slapen was. De bong ging daar altijd al snel rond maar zo met zijn vieren ging het helemaal hard. Na een half uur zaten we al in ronde zeven toen het even teveel voor Mike werd, waardoor we besloten om daar de nacht door te brengen. Jungle man maakte een mooi bedje voor Mike klaar en Sebas kon gewoon op de bank gaan liggen. Het lag er prima zo midden in de jungle in een tent gemaakt van een paar stokken met een zeil er over heen. Toen Mike al lag te slapen stond jungle man ineens geschrokken op. Bleek dat er een twee meter grote slang door de tent heen gleed. Jungle man zei dat hij niet giftig was en ving hem met zijn blote handen. Eenmaal gevangen durfde Sebas hem ook wel aan te raken en bij bleek erg glibberig te zijn, had zichzelf waarschijnlijk net getrakteerd op een lekker visje uit de visvijver van jungle man. Daarom en ook om ons gerust te stellen bracht jungle man de slang ver de jungle in, na 15 min kwam hij weer terug en zei dat we ons nergens meer druk over hoefde te maken.

Waker worden bij Jungle man was weer een geheel andere ervaring, eest nog wel even een bong hit maar daarna moest er gewoon gewerkt worden. Jungle man’s vissen voeren en wij even de hond (Tony) uit laten. Leuk was dat na twee maanden, Mike nog steeds herkend werd door Tony waardoor hij meteen goed luisterde naar ons. Eigenlijk mocht hij niet los maar een klein stukje kon geen kwaad vonden wij dus lieten wij hem van baasje naar baasje lopen. Weer fris kwamen we aan in Bamboovillage waar ze ook net een slang gevonden hadden. Deze was misschien nog wel groter dan die bij jungle man en nu was hij een gevaar voor de kuikentjes die daar de hele dag achter hun moeder aan huppelen. Manzoe (de werker van Bamboovillage) had zijn eigen manier voor het verdrijven van slangen. Hij pakte een grote stok en viel de slag gewoon aan, na duizend keer slaan vond Manzoe het nog niet genoeg en snee hij nog zijn kop af. Dit is ook een manier om van je probleem af te komen, maar dan vind ik persoonlijk toch de manier van jungle man veel fijner.

Al een paar maanden lopen wij rond met het idee om iets in Sebas zijn baard te maken, vlechtjes en elastiekjes waren al geprobeerd maar nu moesten er toch echt kralen in. Het leek Sebas wel leuk om die kralen dan zelf te maken en om er ook Bamboo in te verwerken als souvenir uit de Village. Door het spinnen van een ijzerdraadje om een oude spijker kreeg je zo een mooie zelfgemaakte kraal. De Bamboo kralen kwamen gewoon van een jong takje af en waren moeilijk heel te houden bij het zagen maar uiteindelijk hadden we er wel een paar. Bamboo is mooi hol van binnen maar toch duurde het meer dan een uur voordat Reika een plukje van mijn baart er door heen had. Uiteindelijk heeft Sarp met een mooie constructie er voor gezorgd dat de kralen er voorlopig ook niet meer uit vallen. Met de overige kralen hebben Sebas en Reika nog een armbandje gemaakt en na twee maanden Bamboovillage en met zijn Bamboo wandel stok er bij was Sebas echt bamboo man geworden.

 

Uitjes

 

Na 8 maanden reizen en van rotsen springen ging ik schoonspringen op een echte duikplank toch wel missen. Daarom maar natuurlijk ook uit nieuwsgierigheid ging ik opzoek naar een Maleisië’s schoonspring vereniging. Via Cecile en Edwin Jongejans kwam ik al gauw aan het nummer van de Maleisië’s schoonspring bond. Maar zo goed als Maleisië is, was net het hele nationale team in Europa voor de prijzen aan het strijden op de Wereld Cup. Daarom werd ik door de bond doorverwezen naar een lokale schoonspring vereniging in KL. Toen ik die opbelde wisten ze niet meteen wat ze met mij aan moesten maar ik mocht wel langs komen. Die dinsdag zouden ze trainen van 3 tot 7 en ik zorgde dat ik op tijd was voor de warming up. Allemaal jonge springers van 6 tot 14 jaar stonden daar al klaar in hun zwembroek en na een beetje stretchen mochten ze meteen het water in. Ik had gevraagd of ik gewoon mee kon trainen met de twee oudste jongens om zo in levende lijve te ondervinden hoe zij trainen. De jongens spraken goed Engels en zij konden mij alles vertellen over hoe en hoe vaak zij trainen. Zij trainen 6 dagen per week en daarvan 4 uur per dag water, behalve dan op donderdag en zaterdag want dan waren de eerste twee uurtjes voor de gym. Op de dag dat ik er was hadden ze net een belangrijke wedstrijd gehad dus was het tijd voor een relaxte basis training. Eerst moesten zij vier verschillende valduiken tien keer doen van de toren en daarna hadden ze drie uur om alle zweefduikjes (4 verschillende richtingen in de gehurkte en gehoekte houding) te trainen. De opdracht was om 5 keer achter een volgend een 8 of hoger te halen en dan pas mochten zij door naar de volgende sprong. Dit was een onmogelijke missie voor mij dus ik heb alles gewoon 5 keer voor meer dan een 4 gesprongen en daarna nog een beetje voor mijn zelf getraind.

Na één keer had ik er nog niet genoeg van dus besloot ik de volgende week weer terug te komen. Nu was er een iets ouder en nog beter jongetje bij, maar ondanks al die perfectie in de techniek die goed te zien was in de basis sprongen hadden zij toch een simpel wedstrijd programma. Zo deed de nummer twee van Maleisië in de leeftijdsgroep B op de 3 meter niet moeilijkere sprongen dan een twee en een half voorover gehoekt en een anderhalve salto met dubbele schroef. Daarom kon ik ze toch inponeren met mijn sprongen, ze waren dan wel niet zo mooi maar indrukwekkend waren ze nog wel voor de jochies. Twee en een halve salto met hele schroeg was nog steeds mijn eigen favoriet maar de contra salto van die tien was bij de jonge springers toch het meest in trek. Zij mochten namelijk nog niet eens duiken van de hoogte dus laat staan een salto van uit rennen, dat hadden zij nog nooit gezien. Het was erg leuk om weer eens echt te trainen en ik heb er veel geleerd, ik hoop dat ik nog in veel andere landen een kijkje in de schoonspring kuil kan nemen en dat ik daarna die kennis weer in Nederland kan gaan gebruiken.

Vanuit Kuala Lumpur is het maar 8 uur rijden naar Singapore. Omdat we toch al bezig waren met het sparen van stempels in ons paspoort moest die van Singapore er dan ook bij. Het is alleen wel allemaal heel duur daar dus het plan was om niet te slapen en dan in de ochtend weer terug te gaan. De goedkoopste slaap plaatsen die je daar kunt vinden zijn 18 euro per persoon terwijl in de rest van Azië ons slaap budget 5 euro geweest is. 8 uur ‘s morgens kwamen we in Singapore aan en toen hadden we dus tot de volgende ochtend 6 uur de tijd om de stad te verkennen. Op zoek naar een kaart werden we gewoon de goede kant op gewezen en na een half uur lopen kwamen we al in Marina Bay aan (Het Singapore wat je ziet op Google). Een 200 meter hoog reuzen rat trok als eerste onze aandacht en zag er al erg luxueus uit maar toen we daarna verder liepen bleek alles groot en lux te zijn. Iedereen loopt er in mooie kleren, allemaal mooie en grote gebouwen om je heen en er ligt daar geen vuiltje op de grond.

Na een paar mooie foto’s bij het meer wilden wij het ook wel eens van boven bekijken. Marina Bay Sands het grootste hotel van Singapore met dat schip op het dak leek ons een prima plek voor een bovenaanzicht. Gewoon naar binnen gelopen en de lift in samen met iemand die wel een hotel pasje had, vervolgens op het bovenste knopje gedrukt en daar stonden we dan op het dak. Een gigantisch dakterras met aan één kant uitzicht op zee en aan de andere kant kon je genieten van al die mooie grote gebouwen. In het midden van het dakterras hadden zij een grote infinitypool geplaatst maar dat ging helaas een stapje te ver voor ons. Na twee keer proberen hebben we dat maar opgegeven en zijn we weer naar beneden gegaan. Achter het hotel is een grote bloementuin aangelegd vol met informatie borden over hoe het leven is ontstaan. Ook hadden zij daar grote watertorens waar het water verwarmt werd door de zon. Wij zijn ook nog even naar de vlindertuin gegaan.

Singapore eiland is ongeveer net zo groot als Flevoland, maar de echte binnen stad is maar twee km breed. Het was leuk om daar doorheen te lopen omringt door allemaal hoge gebouwen en als je ver genoeg doorloopt kom je zo bij de havens uit. Al die grote schepen die daar in- en uitgeladen werden door immens hoge hijskranen, het was er net Rotterdam. Na het rondje door de stad vonden wij het wel weer eens tijd om een museum uit te proberen, in de Lonly Planet hadden we gelezen dat er twee goede musea waren waar je van af 6 uur gratis naar binnen kon. Wij netjes gewacht tot het 6 uur was en toen konden we naar binnen, het eerste museum over Singapore was niks aan, maar voor die over zuid – oost Azië was een uur niet genoeg. Het ging precies over alle landen waar wij net geweest waren en ook nog goede informatie over Singapore. Erg leerzaam, maar wij hadden haast om de lichtshow bij het meer te zien. Het was de mooiste licht show zonder vuur werk die we ooit gezien hadden en je kunt hem daar nog twee keer per dag bewonderen ook. Daar hadden we dan wel de tijd voor, even relexen in het Marina Bay Sands hotel, ergens op een lekkere stoel op verdieping 43 en daarna weer naar de show. Met lichten werden er allemaal dingen geprojecteerd op een spuitende fontein en met allemaal grote lichtstralen er om heen gaf dit een indrukwekkend resultaat. Maar het vetste was nog met de zeepbellen, duizenden zeepbellen om je heen en allemaal rennende kinderen die ze kapot proberen te slaan. Dit was een prachtig gezicht omdat de bellen allemaal mooi van kleur veranderden vanwege de verschillende soorten lampen.

Na de tweede show vonden we het eigenlijk wel weer genoeg geweest en besloten we weer terug te gaan naar Bamboovillage. Met de in Singapore nieuw gekochte camera nog even wat nacht foto’s maken en we waren weer klaar voor de busrit. Het is grappig maar Singapore is een hele dure stad zeker vergeleken met de rest van Azië, maar toch hebben we daar de goedkoopste deal gevonden voor onze nieuwe Canon. Het leek wel of iedereen besloten had om met de laatste bus naar huis te gaan want het zat vol op het station. Toch konden we makkelijk nog een bus ticket krijgen en waren we na een lekkere Singaporiaanse curry weer onder weg naar huis. Terug in KL besloot Mike direct terug te gaan naar BB village. Sebas bleef nog even hangen voor een gratis ontbijt en omdat Reika daar toevallig ook was.

Na twee weken Bamboovillage moesten we toch weer afscheid gaan nemen en nu waarschijnlijk voor een langere poos. Dit was een pijnlijk afscheid en dat kwam niet alleen maar omdat wij zo een geweldige tijd gehad hebben daar. Maar vooral omdat wij niet mee konden met het volgende project van Geoff en Nabila. Sharp, Mar, Shaam, Steef, Phil en zelfs Reika mochten zich zelf gelukkig noemen want zij hadden voor de komende maand een baan als presentator voor een Maleisische documentaire. Voor deze documentaire moeten zij een aantal tropische eilanden tussen Maleisië en Borneo verkennen. Het zal niet alleen maar op de eilanden gefilmd worden, maar er moet ook nog gedoken worden. Best wel jaloers hebben we onze vrienden toch netjes uitgezwaaid toen ze begonnen met het grote avontuur. Daarna was het leeg in Bamboovillage. Wij zijn twee dagen later vertrokken naar Malaka.

Uiteindelijk zijn we maar één avond en ochtend in Malaka geweest, een prachtig stadje met veel Portugese en Nederlandse invloeden. Die avond zijn we met de taxi door de hele stad gereden omdat de chauffeur ons aanbevolen hostel niet kon vinden, maar zo hadden we de stad dus wel goed gezien. Uiteindelijk maar een ander hostel gekozen en nog even over het marktje gelopen. Het enige wat we de volgende ochtend nog wilden zien voor vertrek was het Nederlandse plein. Een grote klokke toren in het midden, twee molentjes en een bloemen tuin, dit alles werd omringt met gebouwen die in oud Hollandse stijl gebouwd waren. Veel tijd om terug aan Nederland te denken hadden we niet want er moest een bood gehaald te worden. Maar het halen was niet het moeilijkste, het betalen bleek veel ingewikkelder te zijn. Mike zijn pinpas deed het namelijk niet in de pin automaten van Malaka en Sebas heeft zijn pinpas nog steeds in NL liggen. De enige oplossing die we konden bedenken was het inwisselen van Amerikaanse dollars, maar ze namen alleen briefjes van 50 of groter aan dus dat lukte ook niet. Even bang dat we daar vast zouden komen te zitten bedachten we ons dat we nog veel Singapore dollars over hadden vanwegen de nieuwe camera. Voor onze Singapore dollars kregen we net genoeg terug voor twee pont tickets en een appel die we dan maar moesten delen. Hier hadden we maar wat geluk mee want onze al eerder aangevraagde visum van Indonesië zou een dag later vervallen.

Three times the charm 04-04-13

DSC02832 DSC02874 DSC05778 DSC05873 IMG_1042 IMG_1046

[04-04-13]   –   [18-04-13]

Logeren bij Rachid

Een half jaar geleden kwamen wij voor het eerst aan in Thailand, na een week Bangkok zeiden we tegen elkaar, dit land nooit meer en vervolgens probeerden we zo snel mogelijk in Laos te komen. Dit is een te snelle uitspraak gebleken, want Thailand heeft echt van alles te bieden. Bangkok en het Noorden hadden we al gezien, ook duiken op Ko Tao en feesten op Koh Pangan waren afgevinkt op onze bucketlist. Maar dan waren we toch nog een gedeelte vergeten, de Westkust moest nog door ons ontdekt worden.

In Ao Nang hebben we afgesproken met Rachid om daar bij hem en zijn Thaise vriendin een paar dagen te logeren. Zo van Lun zijn huis naar dat van Pla en omdat we toch al in een goedkope mindset bezig waren probeerden wij daar ook liftend te komen. Met de pond naar Thailand en daar beginnen met liften, maar je merkt het meteen. Thailand is geen Maleisië. Niemand spreek goed Engels, iedereen wil geld aan je verdienen en ze lichten je op waar je bij staat. Toch zijn er ook aardige mensen in dit land, twee jonge jongens in een koelwagen stopten al gauw voor ons. Zij wilden ons graag naar de stad brengen, maar toen ze eindelijk begrepen waar wij heen wilden realiseerde ze zich dat ze helemaal geen ruimte hadden in hun auto en dat de rit in min twintig toch iets te koud was voor twee jongens. De Thaise mannen bedankt voor de moeite en toch maar gewoon achterin bij een pickuptruck die ons afzette bij de dichtstbijzijnde stad. Waar we na een uur lang proberen toch maar naar het advies van de enige Engels sprekende vrouw van de stad hebben geluisterd. Liften was volgens haar niet te doen maar de lokale bus was ook heel goedkoop. Voor 5 euro zijn we toen het hele stuk naar Krabi gebracht waar we ontvangen werden door een grote oplichter.

De bus stopte en hij hielp heel lief met het uitladen van onze tassen waarna hij begon met een mooi informatief praatje over het vervoer in Krabi en omstreken. Het kwam er op neer dat er maar één manier was om in Ao Nang te komen, namelijk met een taxi voor maar 5 euro. Aan het einde van zijn verhaal vroegen wij hem waar we dan een taxi konden vinden, zegt hij dat is toevallig ik ben een taxi chauffeur. Wij hadden er al niet zo een vertrouwen in en gingen op zoek naar iets anders, toen we een met een mooie overdekte pickuptruck mee mochten voor 1 euro. We dachten dat we daar maar geluk mee hadden want die “aardige” meneer had ons om 17.30 verteld dat de bussen maar tot 5 uur reden. Toen we in deze overdekte pickuptruck zaten werd ons verteld dat dit de bussen van Krabi waren en dat ze tot 1 uur ‘s nachts door reden. Dit bedoel ik met oplichting en als gevorderd reiziger moet je hier dus nog steeds voor uitkijken, maar gelukkig zijn wij niet zo naïef meer.

Het was al laat toen wij bij Rachid en Pla aankwamen, maar we waren nog van harte welkom. We werden meteen verwent met lekkere stukjes mango en een loempia en konden daar in de woonkamer prima op onze matrasjes slapen. Bij Lun hadden we een grote TV maar die van Pla was ook niet mis en nu konden we zelf de laptop aansluiten, dus konden we alles kijken. Daar hebben we goed gebruik van gemaakt; films, sport en zelfs een heel seizoen van Game of Thrones. Voor ons voelde het hetzelfde of we nou in Langkawi bij Lun op de bank zaten of in Ao Nang bij Pla, maar toch was er één groot verschil. Pla had namelijk een extreem gevoelige neus en hield haar huis heel mooi schoon. Dus moesten wij ook ineens heel netjes doen, twee keer per dag douchen, geregeld nieuwe kleren aan en constant alles opruimen. Het was even wennen, maar ook hier hebben wij ons prima vermaakt en zijn wij Pla en Rachid heel dankbaar dat we daar vier nachten konden slapen.

Er was niet heel veel te doen in Ao Nang, er waren een aantal stranden makkelijk bereikbaar, een aantal marktjes en’ s avonds kon je er stappen.  Aan de rand van één van de stranden hier woont een grote apenfamilie die iedere dag gevoerd wordt door de honderden toeristen.  Als je bij de apen in hun territorium komt staan, lopen ze naar je toe, eerst voorzichtig inspecteren of er iets te halen valt en daarna klimmen ze zo je schouder op. De aapjes pakken je hand vast en aan je vingers trekken ze zich om hoog om vervolgens de luizen uit je haar te eten die ze net één seconde daarvoor aan je hebben overgegeven. Na één dag op een strand gezeten te hebben waar ze om de vijf minuten vragen of je nu wel een massage wil, zijn we de volgende dag naar een strand gegaan waar de lokale inwoners heen gaan. Daar werden we tenminste met rust gelaten door de verkopers al stonden ze hier nog wel naar ons te kijken. Hier was je namelijk weer bijzonder als je blank was. Na zo een dagje strand gingen we altijd naar de markt om boodschappen te doen voor die avond. Zo veel lekkere dingen daar op die markt dus een simpele normale maaltijd was geen optie. Die avond hadden we mango, kippenvleugels, verschillende koekjes en cake, popcorn, mini ananasjes en een slushpupie van watermeloenen.

Een maand geleden nam Kirsten ineens contact op met Sebas voor wat reistips. Maar omdat Sebas er niet zo van houdt om alles maar op te schrijven besloten we af te spreken met Kirsten in Ao Nang. Zodat we haar dan alles kunnen vertellen over het reizen door Zuid-Oost Azië. Het was erg leuk om iemand van thuis te ontmoeten aan de andere kant van de wereld, zo kon zij mooi vertellen hoe het met iedereen ging in Nederland. Kirsten was echt net begonnen, nog helemaal wit en aan het vervellen, ze wist nog wat ze de aankomende maanden ging doen en had alles goed gepland, was nog heel erg alert op diefstal en wou alles nog zien. Helemaal niet slecht voor ons om even met haar te reizen, zo waren wij ook weer even een nieuwe reizigers. Maar het was ook goed voor haar, ze ging al heel snel vooruit naar een gevorderde backpacker. Zo goedkoop mogelijk eten en slapen en ze wilde zelfs proberen om met ze drieën in een twee persoonskamer te gaan om geld te besparen. Wat wij ook een heel goed idee vonden, maar het plan werd helaas niet zo goed uitgevoerd. Na 10 minuten werd ze er al weer uitgegooid en moest ze terug naar haar eigen dorm.

Rachid was er de eerste paar dagen ook nog bij toen we begonnen te reizen met Kirsten. Met zijn vieren lekker naar het strand en uit eten waar we voor één euro een heerlijke rijstmaaltijd kregen. In Ao Nang  kon je leuk stappen, er waren een aantal live bandjes en één goede dansvloer. Het was leuk om met Kirsten en Rachid te dansen, want ze hebben beide een bijzondere favoriete dansmove. Kirsten hield er van om afwisselend met haar schouders ritmisch naar voren te gaan en er zo een leuke dans van te maken. Rachid zijn favoriete move was een stuk passiever. Hij ging gewoon tegen een paal staan met zijn armen over elkaar en zo kon hij goed om zich heen kijken. De muziek daar was weer lekker populair dus gewoon mee zingen en de grapevine maar weer uitproberen.

Er was alleen nog één ding wat we miste hier en dat was een mooi hotel met zwembad, fitnessruimte, handdoeken, ligbedjes ect. We hadden allemaal grote praatjes gehouden tegen Kirsten over het inbreken bij luxe hotels dus moest zij dat ook maar even uit proberen en hoe. Ze had twee Engelse meiden ontmoet in Ko Toa en die waren nu toevallig in Ao Nang. Het was hun laatste week en ze wouden er nog even goed van genieten dus het duurste hotel in de buurt gezocht en toen ons uitgenodigd. Goede vrienden had Kirsten dus al gemaakt, een mooi groot zwembad waar je vanaf je balkonnetjes zo in kon duiken, gratis water en een fitnessruimte. Daar zijn we mooi twee dagen heen gegaan om aan onze 6pak competition te werken en natuurlijk te genieten van de luxe daar. De mensen die daar werken zijn zo aardig dat ze je niet eens durfden te vragen of je daar wel een kamer hebt, dus hoef je ook mooi niet te liegen. Kirsten is er zelfs nog geweest voor een ontbijtje maar dat hoefde voor ons niet want Pla maakte al de lekkerste ontbijtjes voor ons klaar.

Hier kwamen we voor terug

De reden waarom we terug gingen naar Thailand was voor meer spanning en avondtuur en voor een goed feestje, nou dat was er genoeg in Tonsai en Koh Phi Phi. Het was al donker toen we met de houten boot op Tonsai aankwamen, voor twee euro zijn we daar dwars door de golfen heengebracht. Het was alweer een tijd geleden dat we voor een goed hostel moesten zoeken, dus duurde het even maar uiteindelijk hadden we een prima bamboe hut in de jungle. Tonsai is echt het klimmers Meca van Thailand, het strand is namelijk omringt door hoge kliffen om op te klimmen. Het dorpje zit vol met goede klimmers die daar zo allemaal een maand blijven hangen. Als je er overdag met de boot naartoe vaart kun je dat goed begrijpen als je die grote baai al van ver af kan zien en hoe dichter bij je komt hoe hoger de kliffen worden, het is een plek om in te lijsten. Tonsai is door al die kliffen zelfs helemaal afgesloten van het vaste land en dat maakt Marihuana ineens legaal. Sorry maar als je het daar overal kan halen en mag oproken dan hoort het er gewoon bij. Dus ook wij weer een zakje gekocht maar ons dit keer niet laten verleiden om dan vervolgens ook niets meer te doen.

Wij hebben op Tonsai van alles gedaan, met de kano  naar de omliggende strandjes gevaren, aapjes kijken, op het strand gezeten, biertjes drinken in de verschillende barretjes en nog veel meer. Er waren barretjes genoeg en om je te onderscheiden van de rest moest je zorgen dat je vuurshow goed was. Daarom hadden ze daar een behoorlijk aanbod, we hebben daar dubbele tot vier dubbelen vuurstokken gezien en zelfs een vuurspuwer die hele kleine vuurballetjes kon controleren. Het hoogtepunt was toch de vuur show die op een slackline  uitgevoerd werd. Die slackline hadden we die dag daarvoor ook al uitgeprobeerd, maar om er dan een vuurshow met vier stokken op te geven is een level dat wij nooit zouden halen. De dag daarvoor is Sebas er zelfs nog van door zijn broek gescheurd, hij had zijn harumbroek aan en toen hij met beiden benen aan een andere kant van het touw af gleed zat hij zo met ze blote tokus op de slackline.

Bij het baretje waar we onze wiet gehaald hadden zijn we toen uitgenodigd om te komen springen in een ropeswing. Eerst dachten we dat we in het water zouden landen maar later bleek dat dit een ander soort ropeswing was. Met een harnas aan en bevestigt aan de touwen moest je 15 meter omhoog klimmen op een wankele touwladder. Eenmaal moe bovengekomen moet je weer naar beneden, een 7 meter vrije val om vervolgens in de touwen te landen die de klap opvangt door een grote schommel beweging. Het was weer een bijzondere ervaring en wij zijn er beiden twee keer op verschillende manieren van afgesprongen. Maar dit was niet bijzonder genoeg voor onze Russische met in het gezicht tatoeages bedekte instructeur, hij wou ons laten springen aan haken. Dat was niets voor ons, maar gelukkig was er ook een gekke Australiër bij die dat wel eens wilde proberen. Na twee keer afgehaakt te hebben geloofde Sebas er niet meer in en had hij betere dingen te doen.

Mike wilde het meest extreme wat hij ooit live zou zien niet missen en bleef voor de echte sprong. De Australiër (Ian) zou twee haken door zijn rug gepierced krijgen die zijn val moesten opvangen. Hij had gelukkig nog wel een beveiligingslijn, maar die ving geen kracht op bij de echte val. We hadden de avond ervoor nog naar de zelfgemaakte filmpjes van de Rus gekeken hoe hij in een koeltoren van 150 meter hoog een drop maakte met zes haken in zijn rug. Uiteraard hadden we honderden verschillende vragen en die konden met filmmateriaal mooi worden beantwoord. De huid zou ongeveer 20 centimeter oprekken, maar daarna gewoon terugkomen. De lucht zou er worden uitgeperst en dan bleef er maar een klein puntje over als litteken. Er waren pas 19 mensen in de wereld die zo’n sprong hadden uitgevoerd en er was pas één keer een haak afgescheurd. En dit was bij de bedenker en pionier van de sport, meneer de Rus zelf gebeurd. Hij had er een klein litteken van overgehouden, maar hij had nog een andere piercing die zijn hele gewicht gehouden had.
Van het piercen werd Mike niet helemaal lekker aangezien hij met zijn neus erboven stond en alles moest filmen. Ian werd daarna 1 minuut aan haken opgehangen om hem te laten voelen wat voor pijn het zou doen. Daarna was hij klaar voor de sprong. Klom met haken in de rug 20 meter omhoog en stond even te twijfelen, maar was binnen twee minuten overtuigd en sprong. Mike was nog nooit zo zenuwachtig geweest voor iemand anders. Als er iets mis zou gaan was het gedaan met Ian, maar de professionaliteit van onze Rus gaf meer vertrouwen dan twijfel. Na de sprong moest Mike de touwen laten vieren en die zaten nog eens lekker in de knoop waardoor Ian nog iets langer van zijn uitgerekte huid kon genieten. Eenmaal geland bleef de adrenaline nog 8 uur lang stromen bij Ian en het was echt bijzonder zoiets meegemaakt te hebben.

Zelf ben ik die dag iets anders gaan doen, waar ik zeker geen spijt van gekregen hebt, het werd zelfs één van mijn beste dagen. Die avond daarvoor had ik met Mees en Vera afgesproken om het befaamde deepwater solo klimmen uit te proberen. Bij deze manier van klimmen heb je geen touwen nodig, omdat je met een bootje naar rotsen gebracht wordt die boven het diepe water uit hangen. Voor mij natuurlijk het uitgelezen moment om mijn hoogte record van 10 meter te verbeteren. In de ochtend werden we naar een oefenstuk gebracht waar je niet hoger dan 8 meter kon klimmen, maar waar wel bijna iedereen gewoon boven kon komen. Dus na al die succes ervaringen waren we na de lunch wel klaar voor het echte werk. Op dit stuk rots was geen 4 meer te vinden de makkelijkste klim route was een 5c en dan kon je niet eens echt hoog komen. Dit was dus iets meer voor de gevorderde klimmers, maar toen ik na de makkelijkste klim van 12 meter af was gesprongen met een baranie, wilde ik natuurlijk meer. Na wat tips van één van de gevorderde klimmers was ik er klaar voor hoor, een 6b tot 20 meter hoogte dat was het doel. Het was totaal anders dan het kimmen op een muur, want ik was nu een lange stalactiet aan het beklimmen. Hij hing drie meter boven het water dus ik moest eerst mijzelf omhoog werken aan een touw die in het water hing. Eenmaal op de rots kon het echte klimmen beginnen, met mijn armen om de stalactiet heen ging ik stapje voor stapje omhoog en nam ik regelmatig een pauze op een half stabiel stuk. Als ik daar weg zal glijden is het een behoorlijke ongecontroleerde val, dus besloot ik vlak voor het einde geen risico meer te nemen en gewoon te springen. Alle camera’s klaar en daar stond ik dan op 18 meter hoogte te denken welke sprong ik hier vanaf wilde maken. Ik ga natuurlijk niet nog een keer dat hele stuk naar boven klimmen en daar was de tijd ook helemaal niet voor. Omdat ik maar één kans had heb ik maar gekozen voor een contra salto’s (veilig en toch nog spectaculair).

Na die sprong dacht Mees ook al dat hij gewoon van 12 meter af kon springen, maar helaas lande hij een beetje op zijn borst en kreeg hij ademhalingsproblemen. Ik sprong er meteen achteraan en bracht hem naar de boot, na een paar minuten was alles wel weer oké maar was het wel even genoeg voor hem geweest. Vera had meer geluk, als beginnend klimmer kwam ze heel wat rotsen op en was ze ook niet bang om te springen, leuke meid dus. Toen we terug kwamen waren we allemaal wel toe aan een goede douche, om daarna even lekker uit te rusten met een biertje. Wij hadden die ochtend al uitgecheckt, omdat we die avond terug naar Ao Nang zouden gaan, gelukkig was Vera zo vrij en kon ik haar douche wel even gebruiken. Toen we daarna de boot terug gemist hadden en we er ook geen 30 euro voor wilden betalen, kon ik ook mooi bij haar blijven slapen. Mike is die avond nog even naar de bar geweest van de Rus met de tatoo’s op het gezicht en ook die Australiër zat er weer, nog vol met adrenaline had hij nu toch wel een beetje pijn maar verder ging het goed. Toen de bar dicht ging mocht Mike bij die Rus blijven slapen in zijn super luxe bungalow, waar hij nog een lekkere stonede avond gehad heeft.

Op Sancra vieren allen Thaien het begin van hun nieuwe jaar, son kracht noemen zij dat.  Dat doen ze in Thailand op een geheel eigen manier met water en verf. Net op die dag kwamen wij aan in Ko Phi Phi, het was daar één groot feest. De straten stonden er vol met mensen met water pistolen, hele emmers en verschillende kleuren verf. Met de backpack op de rug moesten wij er snel doorheen zien te komen om een droge hotelkamer te vinden. Maar daarna konden wij ook meedoen en het was paybacktime. Gewapend met waterpistool en flessen water gingen wij de strijd aan met locols en andere backpackers. Kledernat kwamen wij daar toen Kirsten weer tegen en konden wij haar mooi een lekkere natte knuffel geven. Snel wat met ze allen gegeten en dan de straten weer in om er daar achter te komen dat het feest zich richting het strand heeft verplaatst. Op het strand waren er twee populaire strandtenten met harde muziek en een dans vloer die tot in de zee doorloopt. Daar stonden we dan te dansen en inmiddels knetter dronken nog steeds aan het spelen met onze water pistolen. Op deze manier voel je je echt weer even kind, als je met een beetje water zo veel lol kan maken.

Son kracht was helaas maar één dag, maar het feest in Ko Phi Phi was nog lang niet voor bij, het was er namelijk altijd feest. Op het eiland kun je maar één dorpje vinden en alles wat er in dat dorp gebeurd, gebeurd daar voor de toeristen. Zo kan je er met bootjes naar omliggende eilanden en stranden varen, inclusief het strand van de film The Beach. Op het eiland zelf zat het vol met met hotel’s. guest houses, duikscholen, restaurants, winkels en barretjes. Wij gingen er overdag altijd lekker naar het strand of naar het zwembad van een random duur hotel. ‘S avonds iets goedkoop eten en dan met een bucket in de hand op het strand dansen tot in de late uurtjes.

Om weer een uitdaging te hebben zijn wij in Ko Phi Phi een hamburger challenge aangegaan. Als je binnen 30 minuten je humburger menu op had, was je menu helemaal gratis, maar als het niet lukt betaal je 500 bath (12.5 euro). Wij vol vertrouwen daar gaan zitten en nog even flink opgeschept over hoeveel wij altijd eten. Zakte de moed wel even in de schoenen toen we de maaltijd voor geschoteld kregen. 800 gram vlees hadden ze gezegd maar niet dat dat betekende dat je dan een drie dubbele hemburger krijgt met drie grote gebakken aardappelen en net zo veel vete uien ringen. Het was een goede maaltijd, allebei het buikje vol en de aanbevolen wekelijkse hoeveelheid vlees hadden we ook meteen naar binnen. Maar helaas hebben we de challenge niet gehaald, de left overs waren zelfs nog genoeg om de monden van onze vrouwelijke fans te vullen. Dit is door ons falen de duurste maaltijd in heel Zuid-Oost Azië geworden en was het ook nog eens niet goed voor Mike zijn gezondheid en Sebas zijn ego. Voorlopig dus even geen eetwedstrijden meer om weer helemaal te herstellen van deze klap.

Omdat de hostels hier allemaal zo duur waren hebben we geprobeerd om Kirsten ook in onze twee persoonskamer te krijgen. Maar door onze slechte voorbereidingen mislukte ook dit hopeloos en kon Kisten na een half uur weer terug naar haar eigen hostel. Wat wel een heel leuk hostel was omdat iedereen zo met elkaar was daar. Dit hostel bestond uit twee kamers met 16 bedden en deze waren bijna altijd volgeboekt. Dit was daarom de beste plek van het eiland om voor te drinken en er daarna op uit te gaan met een grote gezellige groep. Er waren daar weer een hoop Nederlanders maar nog veel meer Engelsen dus ging alles toch nog in het Engels en bleef het één groep. Op onze laatste avond zijn we met de echte harde peters van de dorm ook nog naar de Highbar geweest waar het roddelen kon beginnen hoor. Over wie er allemaal met wie naar bed is gegaan en hoe vies dat dan wel niet allemaal is. Wanneer er die nacht ook nog één van de roddel slachtoffers bij kwam zitten werd er niet meer over haar gesproken maar roddelde ze nu gewoon net zo hard mee. Omdat roddelen dan toch wel iets vrouwelijks is hadden de mannen daar hele andere problemen. Al die gasten die toch de hele avond al gezellig met ons aan het dansen waren lagen er nu ineens voor pampus bij. Eén van de jongens moest helemaal naar huis getild worden door drie van zijn vrienden en weer een ander viel gewoon van het terras twee meter naar beneden, maar voelde die avond niks ervan. Het was daarom de volgende ochtend ook een pijnlijk afscheid toen we Kirsten en haar vrienden achter moesten laten om ook Phuket te kunnen zien.

Phuket is ook een eiland maar wel een stuk groter dan Ko Phi Phi, we wisten niet helemaal waar we heen moesten maar Phuket centrum leek ons wel een goed idee. Eénmaal daar aangekomen bleek dat net als in Krabi er niks te doen is in het centrum, maar dat je eigenlijk bij de stranden moest zijn. Helaas hadden wij hier te weinig tijd voor op ons visum en moesten we ons dan maar een dag vermaken in het centrum. Het wel een heel mooi stadje met een hoop aardige mensen die ons wilden helpen met van alles en nog wat.

Op een avond liepen we over straat op zoek naar een goede deal voor de weg naar Kuala Lumpur en er stopte een man in een mooie Pickup truck voor ons. Hij vroeg ons waar we naartoe gingen en bood ons een lift aan naar Kuala Lumpur. We waren natuurlijk meteen overtuigd van de goede bedoelingen en raakte aan de praat. Hij wilde een keer op de foto en bood ons aan naar een restaurant te gaan om wat te drinken en eten. Hij vertelde dat we ook bij hem in zijn hotel kamer konden slapen, want hij had genoeg ruimte en vond het zonde van ons geld. Nadat Sebas een gratis t-Shirt aannam begon het een beetje raar te worden. Hij wilde zo graag dat we met hem wat gingen drinken, want hij was alleen. Wij verzonnen een smoesje dat we met mensen hadden afgesproken, want we hadden al door dat er iets anders aan de hand was. We namen afscheid nadat Sebas zijn FB gegeven had en vluchten een winkelcentrum in. Na 5 minuten tijd doden liepen we verder op straat toen we bij een kruising opeens weer een toeter hoorde. De man zei tegen Sebas dat hij het erg gaaf vond al die schoonspring foto’s te zien en gaf ons nog een paar complimentjes. Hij vroeg of we een stelletje waren en nodigde ons nogmaals uit. Na beide tien complimenten te hebben ontvangen vonden we het wel genoeg en toen kwam de vraag die op het puntje van zijn tong lag. “I’m so lonely, I’m looking for two guys I can have some fun with. Not sex, just, you know….” Wij bedankten hem vriendelijk, maar hij hield niet op. Hij had ons bijna geld aangeboden. Na het weglopen zijn we hem nog twee keer rijdend voorbij zien komen en snel winkels ingesprongen. We zullen het maar beschouwen als compliment.

In Phuket zaten we in een luxes backpackers hostel met een mooie frisse dorm en schone douches en wc’s. Het internet was daar erg goed en ze hadden zelfs de Nederlandse competitie op tv, waar ik mooi de hele wedstrijd PSV – Ajax kon kijken. Het was een herhaling dus ik wist al dat het 2-3 zal worden maar het was nog steeds mooi om ze eindelijk weer eens te kunnen zien spelen. Verder hebben we in Phuket een aantal goedkope kleren gekocht omdat het nu toch echt de laatste keer Thailand is. Een mooie harum broek voor  Sebas en een nieuwe tanktops voor Mike en dan konden we weer richting Bamboo Village.